Frater Venantius 2 - Wim Sonneveld

Ik kom even langs om mijn fans gerust te stellen. D’r zijn zoveel brieven
gekomen met: “Frater, waar bent u? We horen niks meer van u. Is er soms iets
voorgevallen?”
Nou, d’r is inderdaad iets voorgevallen, maar het is allemaal weer in orde, Deo
Valente! (Da’s de broer van Catharina Valente). Ja, ik had namelijk een
inzinking twee jaar terug. Ik was mijn identiteit kwijt, m’n roeping zogezegd
M’n zicht op ‘t ambt. Ik heb het eerlijk doorgenomen met Frater Superieur. Ik
heb gezegd: “Frater Superieur, d’r is iets met m’n celibaat: ‘k Weet niet wat
maar de boord knelt.” Hij zei: “Jongen, Vernantius, rustig blijven. Wil je
thee?” Ik zei: “Nou graag. Een glaasje jonge thee, graag.”
Enfin, ik ben erg rustig gebleven. Maar ik heb m’n toog uitgetrokken en aan de
wilgen gehangen, met de gitaar d’r naast, en ik ben het leven ingegaan
Het was een moment van zwakte. Ik had kennis gekregen, verkering zogezegd
verkering ja… hoe moet ik het zeggen, met een dame. Met een dame uit het
dorpje Heer in Zuid-Limburg. Het was dus een dame uit Heer. En ja, hoe gaat
het, je bent dan wel celibatair en je mag wel in de etalages kijken, zal ‘k
maar zeggen, maar je wilt toch ook weleens naar binnen
Nou, ‘t was geen succes, de ommegang. ‘t Was wel medemenselijk, maar geen
dijenkletser. ‘t Was wel hosanna, maar niet in den hoge. Ja, dat mens werd zo
bazig zeg. Ik mocht niks meer; ik mocht niet met m’n voeten op tafel zitten
ik mocht geen borreltje meer drinken, geen sigaartje meer roken. Ik mocht
verdulleme niet eens meer een wind laten! Nou, en dan staat er wel in de
Heilige Schrift: Het is beter om te trouwen dan te branden, maar ik heb liever
een goeie fik híer, dan een kouwe douche daar. Nou stel je voor zeg! Maar
afijn, toen heb ik gezegd: “Luister eens even, Gemma (ze heette Gemma), ik heb
toch weer zo’n verschrikkelijke roeping!” En ik ben teruggegaan naar het
klooster
Ik deed de deur open bij Frater Superieur: niemand. Ik ga door, de trappen op en
denk: “Verrek, waar zijn ze?”
Ik doe de deur open van de Refter; daar zie ik een hele confrater: Plechelmus
Die zegt: “Zo, Venantius, fijn dat je er weer bent. Ze zijn allemaal weg. Ze
zijn allemaal op zoek naar hun identiteit.” Ik zeg: “Nou, ze komen allemaal
weer terug hoor!” Hij zegt: “Zo, ga maar gauw naar de missieprocuur, want d’r
zijn nog tweehonderd postzegels om afgeweekt te worden.”
Nou, ik weet wat strijden is hoor. Ik zou wel van de kansel willen schreeuwen
ik zou wel willen roepen: “Doe het toch niet!” tegen al die confraters die op
zoek zijn naar hun identiteit. “Doe het toch niet!” ‘t Is net als onze
novecemeester vroeger al zei: “Het begint met een moord en het eindigt met
zondags niet meer naar de kerk gaan.”
Weten jullie tussen haakjes het verschil tussen een missionaris in Nieuw-Guinea
en een pastoor in Nederland? De missionaris in Nieuw-Guinea maakt de wilden
katholiek en de pastoor in Nederland de katholieken wild. Da’s een goeie, he
Die heb ik van Plechelmus, vanmorgen op de cour
Nou, ze zijn bij ons de teugels kwijt, zeg. Ze willen allemaal trouwen bij ons
he. Wie wil er tegenwoordig nog trouwen? He? Ja, de priesters en de homofielen
Da’s alles
Nou, ik heb toch wel eerbied voor het hoogwaardig episcopaat hoor. Wat die
uitgestaan hebben zeg, met de nieuwe catechismus. De eerste vraag: “Waartoe
zijn wij op aarde?” Dat moest altijd beantwoord worden met: “Wij zijn op aarde
om nu en in het hiernamaals gelukkig te worden.” En nou heeft een of and’re
goocheme Jezuiet ervan gemaakt: “Wij zijn op aarde om nu en dan gelukkig te
worden.” Nou, zo lust je er nog wel een. Ik hoorde vanmorgen Plechelmus nog
uitroepen: “Waartoe zijn we nou weer op aarde?”
Zeg, kan ik er nog een vertellen? Dat dat zo deugd he? Luister. Sint Josef staat
in zijn timmermanswerkplaats. Hij slaat zich ongenadig op z’n eigen duim. De
deur gaat open en hij hoort zeggen: “Heb u geroepen vader?”

Postar um comentário

Postagem Anterior Próxima Postagem